Bij sloopwerkzaamheden komt dikwijls “afval” voor, maar afval is niet per definitie afval. In veel gevallen kunnen we de materialen een nieuwe toekomst bestemming geven, waardoor het “afval” voor ons eigenlijk een restmateriaal wordt.
In de loop der jaren zijn er diverse termen, van circulaire economie tot cradle-to-cradle, gebruikt om dit idee te omschrijven. Dat is natuurlijk niet gek, waarom zouden we materialen op een berg storten terwijl we ze nog goed kunnen gebruiken.
Toekomstige bestemmingen voor restmaterialen
Vanuit deze duurzaamheidgedachte nemen we diverse maatregelen om de milieubelasting van onze werkzaamheden te reduceren en een optimale toekomstige bestemming te organiseren voor reststromen. Aangaande restmaterialen hanteren we de volgende 7 bestemmingen.
Preventie: Voorkomen dat materialen afvalstoffen kunnen worden. Deze rol is in principe weggelegd voor architecten en fabrikanten.
Hergebruik: Het gebruik en levensduur van een reststroom verlengen voor hetzelfde of ander doeleinde. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan het reviseren van oude elektro-motoren maar ook het hergebruiken van houten balken.
Recycling: Terugbrengen van reststromen in een andere vorm of als een nieuw product, zoals puin in de vorm van granulaat.
Energie: Verbranden van reststromen in afvalenergiecentrales om nieuwe energie op te wekken.
Verbranden: Ook hier worden reststromen verbrand maar wordt er geen energie opgewekt.
Storten: Storten is de laatste optie en is eigenlijk alleen een optie voor schadelijke stoffen die niet (goed) verwerkt kunnen worden, zoals asbest.
Om een kwalitatief hergebruik en recycling van restmaterialen te realiseren werken we nauw samen met onze be-/verwerkende partners. Een duurzame toekomst is ons gezamenlijk doel.